We moeten het weer eens over het #grondpolitiek hebben, nu minister Hugo de Jonge een Voortgangsreportage Modernisering grondbeleid heeft uitgebracht. Het is een breedsprakig stuk, dus echt Hugo. In een bijdrage in Binnenlands Bestuur richt ik mij op een viertal voorstellen: twee quick-wins, een stuk bezigheidstherapie en een nieuw concept dat verdere uitwerking vergt. Die twee quickwins bespreek ik in deze post. Voor de andere twee items verwijs ik naar het volledige artikel: https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/de-jonges-modernisering-van-het-grondbeleid-ontleed Het eerste voorstel geldt een aanpassing van de zogenaamde ‘inbrengwaarde’ van private gronden in het kader van het kostenverhaal. De private ontwikkelaar moet de publieke voorzieningen betalen die zijn plan met zich meebrengt: infrastructuur, groen, water en andere voorzieningen. Hij mag echter het bedrag waarvoor hij de grond kocht (de ‘inbrengwaarde’) in mindering brengen, na taxatie. Sommige ontwikkelaars kopen te duur in van handelaren en dan hoeft die ontwikkelaar minder aan de gemeente af te dragen. De belastingbetaler draait dan op voor de resterende kosten van de publieke voorzieningen. De vraag luidt dan ook hoe we van deze premie op speculatie afkomen. Dat kan door de waardebepaling voor de inbreng voortaan te enten op het huidig gebruik (minimaal) en de residuele grondwaarde van het in voorbereiding zijnde plan (maximaal). Dit idee, of een variant daarop, kan bogen op brede steun in de publieke en private vakwereld. Er zijn nu onderzoeken gedaan door drie bureaus, waaronder Brink. Het zal wel eind dit jaar worden voordat de minister (wie dat dan ook wezen mag) met een voorstel voor een wijziging van het Omgevingsbesluit (8.17) naar het parlement komt. Een vrij slome gang van zaken, maar er zit enige voortgang in. Het tweede item heeft betrekking op de perfide praktijk van het ‘kavelknippen’. Dubieuze firma’s kopen stukken landbouwgrond op en gokken op een bestemmingsverandering in de toekomst. En daarmee op de waardensprong. De handelaar knipt zijn bezit in tientallen minikavels, om die vervolgens door te verkopen aan naïeve particulieren, met het zicht op een financiële klapper. Als het tot een daadwerkelijke gebiedsontwikkeling komt, wordt de grondverwerving lastig, tijdrovend en duur. Aankoop (of onteigening) brengt enorme transactiekosten met zich mee. Het was onbegrijpelijk dat de minister het maatschappelijk urgente thema ‘kavelknippen’ niet agendeerde in zijn in nota Modernisering grondbeleid. Nu staan er dan wel twee zinnetjes achter in de vervolgrapportage, maar die verwijzen naar een vervolgbrief die ‘in ieder geval voor de zomer’ zal verschijnen. Het valt te hopen dat de Tweede Kamer hier geen genoegen mee neemt. De mogelijke maatregelen om aan deze misstand een eind maken, liggen voor het oprapen. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de suggesties van grond-expert Peter Overwater. Bron: Friso de Zeeuw/expertise in gebiedsontwikkeling, wonen, ruimtelijke planning, omgevingsrecht en bestuur
0 Comments
Leave a Reply. |
Archief
May 2024
LinksWONING STICHTING SINT ANTONIUS VAN PADUA
TOPAZ MUNNEKEWEIJ
BLIK OP NOORDWIJKERHOUT
DE NIEUWE WIND
WOONBOND - DE STEM VAN HUREND NEDERLAND
STICHTING HUURDERS
BELANGEN DE DUINSTREEK STICHTING HUURDERS BELANGEN NOORDWIJKERHOUT EN DE ZILK
HUREN IN HOLLAND RIJNLAND
AEDES - VERENIGING VAN WONING
CORPORATIES HUURCOMMISSIE
RIJKSOVERHEID
Laatst bijgewerkt: 24/03/2020 |