Jacques Voorn, geboren in het oorlogsjaar 1942 te Bleiswijk. Een rooms gezin van negen kinderen, heel gezellig en af en toe een beetje rommelig. Misdienaar en scouting, helpen bij de boer samen met zijn vriend Peter Kouwenhove. Jacques, een jongetje dat alles van een afstand bekeek en het liefst bij zijn moeder thuis, lekker veel boeken las. Toch geen moederskindje. Na de lagere school naar de ambachtschool want hij wilde timmerman worden.Toch niet zijn dingetje en vandaar via het MVTO naar de avond HTS in Rotterdam. Op zijn 25e het leven in, andere dingen ontdekken en de studie aan de kant. Hij werkt op architectenbureaus, trouwt op zijn 28e en komt op zijn 30e in dienst bij de gemeente Rotterdam. Dertig jaar als bestekschrijver bij het ingenieursbureau van de gemeente Rotterdam gewerkt. Mooie jaren, de wederopbouw van de Maasstad. Ieder metrostation, meeste politiebureaus, veel scholen en verpleeghuizen zijn door de handen gegaan en tot op de millimeter nagemeten. Bijnaam was De Grote Corrector. Dochter Marjet en zoon Ferdi worden geboren en na 11,5 jaar wordt het huwelijk ontbonden. Jacques leed daar erg onder ten aanzien van zijn kinderen. Marjet kijkt daar anders naar. Alleen maar fijne herinneringen en warme gevoelens voor haar vader, die haar nooit heeft laten vallen. Enige jaren later getrouwd met Rosalien ofwel Roos. Na 23 jaar kwam zij te overlijden. Een dramatische gebeurtenis in het leven van Jacques was het overlijden van zijn “bonusdochter “Myrian. Zij overleed op haar 35e en liet haar man George achter met Sophie van 2 en Merlijn van 0 jaar oud. Zo werd Jacques ineens een echte oppas-opa voor Sophie en Merlijn. Roos en Jacques waren er altijd voor hen en ook zij hebben veel leuke dingen samen gedaan. En gelukkig heeft Jacques nog altijd fijn contact met George, Sophie en Merlijn. Zo had hij al veel ervaring toen hij dat later ook wekelijks deed voor Dani en Elva. Dat bleek ook heel fijn voor Marjet en Philip want iedere keer was na afloop hun huis spotclean en tot in de puntjes opgeruimd. Het enige was dat ze regelmatig moesten bellen met de vraag waar hun spullen waren, maar Jacques wist dan altijd in detail waar hij dat dan had opgeruimd. Ten tijde dat Jacques in RobijnStaete Noord kwam wonen was er een relatie met Ria. Helaas hield die relatie geen stand want de autistische trekken van Jacques waren Ria teveel. Jacques was van de ratio en de wetenschap. Hij hoefde zelf nooit vooraan te staan, maar wilde wel graag nuttig zijn en de dingen die hij deed ook echt goed doen. Ook aan het einde en na het einde van zijn werkzame leven wilde Jacques er toe doen en werkte nog op de Bloemenveiling en later in de parkeergarage, deed hij veel vrijwilligerswerk als voorleesvader of in de speeltuin. Welzijn en geluk voor iedereen vertaalde hij in een echt rood hart en Marjet heeft hem moeten beloven bij de volgende verkiezingen voor hem zo’n stem uit te brengen. Dat vond hij dus echt belangrijk. Aan de andere kant zei Jacques: “Ja, ik was ook wel een beetje een uitslovertje.” En hij vertelt een anekdote uit zijn diensttijd: “Ik zat in dienst en ik was altijd wel een bescheiden jochie maar in de gymzaal moesten we proberen een bal zien te veroveren. En ik vond dat wel wat, in die kluwen van mensen die bal te pakken zien te krijgen. Ik herinner me nog dat de sergeant-majoor stomverbaasd was toen hij me zo fanatiek bezig zag. Hij had niet verwacht dat ik dat in me had. Maar ja, ik wilde ook wel gewoon winnen.” Wat voor een mens komt nou uit deze verhalen naar voren? Op de vraag hoe hij in het leven heeft gestaan antwoordde Jacques: “Ik dacht altijd een goed mens te zijn en zo heb ik gewoon altijd gehandeld. Ik heb, dacht ik, nooit iets gemeens gedaan.” Zo kennen wij Jacques ook, een beetje afstandelijk maar als hem iets gevraagd werd, was hij altijd welwillend en hielp hij wat in zijn vermogen lag. Altijd aanwezig bij de optredens en de gezellige bijeenkomsten, En opeens was hij verdwenen. Op een gegeven ogenblik waren de bijeenkomsten te zwaar voor Jacques maar hij wilde het wel allemaal weten wat er in RobijnStaete Noord speelde. Aan het begin van ons gesprek gaf Jacques aan dat hij vermoedde dat hij toch wel autistisch was omdat bij hem alles altijd precies op zijn plek moet liggen, de schaar, de pollepel. En het moet altijd netjes zijn, en schoon. Toen ik daarop zei dat er wel meer gewone nette mensen op de wereld waren. Zei hij: “Ja maar bij mij moet het ook nog eens op de juiste volgorde. Hij was er dus van overtuigd dat hij tenminste licht autistisch was. Humor was hem echter ook helemaal niet vreemd. Aan het eind van ons gesprek zei ik, terugkijkend op ons gesprek, de dingen die ik wel en niet op mocht schrijven, dus op zijn leven, met een knipoog: “Zo’n nette man…….” Waarop Jacques antwoordde : Nou ja, in ieder geval wel geordend! Ik zou dit verhaal nu graag eindigen met een gedicht van Rutger Kopland "Wat ik gewild heb". Wat ik gewild heb, wat ik gedaan heb Wat mij gedaan werd, wat ik misdaan heb Wat ongezegd bleef, wat onverzoend bleef Wat niet gekend werd, wat ongebruikt bleef Al het beschamende; neem dit van mij. En dat ik dit was en geen ander Dit overschot van stof, van aarde; dit was mijn liefde, dit was mijn leven.af en toe Dank aan: Oscar Gennissen, spreker bij Humanistische Uitvaartbegeleiding
0 Comments
Leave a Reply. |
Archief
May 2024
LinksWONING STICHTING SINT ANTONIUS VAN PADUA
TOPAZ MUNNEKEWEIJ
BLIK OP NOORDWIJKERHOUT
DE NIEUWE WIND
WOONBOND - DE STEM VAN HUREND NEDERLAND
STICHTING HUURDERS
BELANGEN DE DUINSTREEK STICHTING HUURDERS BELANGEN NOORDWIJKERHOUT EN DE ZILK
HUREN IN HOLLAND RIJNLAND
AEDES - VERENIGING VAN WONING
CORPORATIES HUURCOMMISSIE
RIJKSOVERHEID
Laatst bijgewerkt: 24/03/2020 |